Dementiezorg
dementiezorg bij maison molenbeecke
Om dementiezorg te kunnen verlenen is het van belang dat je een gedegen kennis van dementie hebt en dat je geschoold bent in het ziektebeeld.
Dementiezorg is niet voor iedereen weggelegd. Er zijn vele soorten dementie en elke vorm vraagt een andere benadering en begeleidingswijze. Daarom worden onze medewerkers ook gescreend op kennis en vaardigheid, daarnaast blijven zij zich ontwikkelen d.m.v. ons eigen leersysteem, hier kunnen online lessen worden gevolgd. Tevens verzorgen wij zelf klinische lessen over dementie(zorg) en kijken samen met de medewerker waar zij handvaten nodig hebben om de zorg nog meer te kunnen verfijnen.
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen. Dementie zorgt ervoor dat de hersenen informatie niet meer goed verwerken. Het gevolg is dat het lichaam en de geest achteruitgaan. Er zijn ruim 50 soorten dementie.
Wat is dementie?
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen. Dementie zorgt ervoor dat de hersenen informatie niet meer goed verwerken. Het gevolg is dat het lichaam en de geest achteruitgaan. Er zijn ruim 50 soorten dementie.
Veelvoorkomende symptomen van dementie
Dementie veroorzaakt schade aan de hersenen. Hierdoor kan je naaste simpele dagelijkse taken minder goed of niet meer uitvoeren. In het begin zal ze bijvoorbeeld moeite hebben met het juist innemen van medicijnen, of het betalen van rekeningen. Later zullen ook taken als koken en aankleden steeds meer moeite gaan kosten.
Mensen met dementie hebben last van één of meerdere van de volgende symptomen:
- Geheugenstoornissen
- Taalproblemen in woord of schrift (afasie)
- Problemen met het uitvoeren van complexe handelingen (apraxie)
- Problemen met het herkennen van voorwerpen (agnosie)
- Problemen met logisch denken, plannen, organiseren en uitvoeren van activiteiten
- Aandachts- of concentratieproblemen of verminderde mentale verwerkingssnelheid
- Stoornissen in het denken in beelden (visueel-ruimtelijk denken) of het tekenen of namaken van voorwerpen
Er is pas sprake van dementie als bovenstaande symptomen steeds erger worden en niet door een ander ziektebeeld te verklaren zijn, zoals een delier, een depressie of schizofrenie.
Wat gebeurt er in de hersenen?
Dementie gaat samen met het verlies van verbindingen tussen de hersencellen (neuronen). De neuronen kunnen daardoor niet meer goed met elkaar communiceren. Naarmate de ziekte vordert, gaan ook de neuronen verloren. Door deze processen kunnen de hersenen tien tot vijftien procent in omvang krimpen.
Verloop van de ziekte
Het verloop en de ziekteverschijnselen van dementie zijn afhankelijk van de vorm en van welke hersenfuncties beschadigd zijn. Er zijn ruim vijftig verschillende vormen van dementie. De ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie komen het meest voor. Daarnaast verschilt het verloop van de ziekte per persoon. Bij sommige mensen kan de achteruitgang heel snel verlopen, terwijl anderen nog jarenlang een relatief normaal leven kunnen leiden.
Mensen met dementie leven gemiddeld acht jaar met de ziekte. Zeventig procent van hen woont thuis, met hulp van hun naasten. De klachten nemen gedurende het ziekteproces toe en worden geleidelijk zo ernstig dat ze het dagelijks functioneren sterk belemmeren. Vaak komen ook andere verschijnselen en ziektebeelden voor, zoals:
- Desoriëntatie in tijd, plaats of persoon
- Stemmings- of gedragsveranderingen, zoals depressie- en/of angstklachten
- Lusteloosheid of juist hyperactiviteit, rusteloos gedrag en agitatie
- Wanen en hallucinaties
- Lichamelijke problemen, zoals algehele verzwakking, ontstekingen, incontinentie en pijnklachten
Op den duur zal je naaste waarschijnlijk 24 uur per dag zorg nodig hebben.
Zorg en begeleiding bij dementie
Dementie heeft een grote invloed op het leven van mensen met dementie en hun nabije omgeving. Na de diagnose kunnen de meeste mensen – soms met de nodige aanpassingen – nog goed thuis wonen. Naarmate het ziekteproces vordert worden ze steeds afhankelijker van hun omgeving. Ook voor de mantelzorger is het proces ingrijpend. Een groot deel van de zorg en ondersteuning komt bij hen terecht. De zorg voor de persoon met dementie wordt vaak steeds intensiever.
Verloop van dementie
Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. De diagnose wordt gemiddeld na zo’n 14 maanden gesteld. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst van de klachten toe. Hoewel dit ziekteproces per persoon verschilt, zijn er grofweg drie fasen van dementie: de vroege fase, de middenfase en de late fase. Deze fase kunnen elkaar ook overlappen. Niet iedereen krijgt alle symptomen. Het kan ook zijn dat verschijnselen veranderen of weer verdwijnen.
Vroege fase
Dementie begint vaak met kleine veranderingen in het gedrag of functioneren. De diagnose dementie ligt daarbij vaak niet direct voor de hand. Verschijnselen worden vaak toegeschreven aan stress of ouderdom.
Herkenbare eerste tekenen zijn:
- Dezelfde vraag of zin herhalen
- Recente gebeurtenissen of gesprekken vergeten
- Trager begrip van nieuwe dingen
- De draad van een verhaal kwijtraken
- In de war zijn
- Minder vloeiend spreken
- Moeite met beslissingen nemen
- Weinig belangstelling voor andere mensen en activiteiten
Middenfase
In de middenfase worden de veranderingen duidelijker en meer zichtbaar. De persoon met dementie wordt meer afhankelijk van anderen en heeft bijvoorbeeld hulp nodig bij dagelijkse dingen zoals eten, wassen, aankleden en toiletbezoek.
Andere signalen hierbij zijn:
- In de war zijn over tijd, plaats en datum
- Weglopen en de weg kwijtraken
- Moeite met het herkennen van mensen
- Een verstoord dag- en nachtritme
- Wantrouwen en achterdocht
- Gevaarlijke situaties, zoals het gas openzetten zonder het aan te steken
- Vreemd gedrag zoals in haar nachtjapon de straat op gaan
- Waandenkbeelden en hallucinaties
Late fase
De late fase van Alzheimer kenmerkt zich door volledige afhankelijkheid. Het geheugenverlies is groot. Daarnaast gaat iemand ook lichamelijk achteruit. Het lopen gaat moeizaam en schuifelend of lukt helemaal niet meer. Uiteindelijk wordt iemand bedlegerig en heeft hij of zij volledige verzorging nodig.
Andere mogelijke kenmerken zijn:
- Veel eten en toch veel gewicht verliezen
- Moeite hebben met kauwen en slikken
- Incontinentie
- Spraakverlies, soms kent iemand nog een paar woorden die ze steeds herhaalt
- Onrustig gedrag, schreeuwen of zoeken naar iets of iemand
- Verdrietig of boos, zelfs agressief gedrag vertonen, vooral als iemand zich bedreigd voelt
- Woede-uitbarstingen tijdens de lichamelijke verzorging, door onbegrip
- Moeite met uiten